Klantlogin

Hier vindt u de login mogelijkheden van onze portals en online services. Selecteer de gewenste dienst en log in met uw persoonlijke inlogcode.

Heeft u nog geen inloggegevens?
Neemt u dan contact met ons op.

Neem contact op

Eindejaarstips 2022

Eindejaarstips 2022

Eindejaarstips 2022

Het einde van 2022 is in zicht. Zoals elk jaar hebben wij voor u een aantal eindejaarstips geselecteerd. 

Optimaliseer de samenstelling van uw box 3-vermogen

Over de belastingheffing over vermogen, oftewel de box 3-heffing, is de afgelopen periode zeer veel te doen. Doordat de Hoge Raad eind 2021 het wettelijk systeem strijdig achtte met Europese regelgeving is er enerzijds herstelwetgeving opgesteld en anderzijds een overbruggingswet voorgesteld. Vanaf 2026 moet er dan heffing over het werkelijk rendement gaan plaatsvinden.

De overbruggingswet is van toepassing vanaf 2023. Omdat de peildatum van het vermogen op 1 januari ligt, heeft u nog slechts kort de tijd om u daarop voor te bereiden. In de overbruggingswet wordt het inkomen uit vermogen nog steeds bepaald aan de hand van fictieve rendementen. Hierbij wordt uitgegaan van de werkelijke samenstelling van iemands vermogen verdeeld over drie verschillende categorieën De volgende fictieve rendementen gelden voor 2022:

  • Bank- en spaartegoeden, deposito, contant geld: 0,01% (tarief 2021)
  • Alle overige bezittingen 5,53%
  • Alle schulden -/- 2,46% (tarief 2021)

De fictieve rendementen voor bank- en spaartegoeden, deposito en contant geld en voor schulden worden pas na afloop van het jaar vastgesteld. Voor een indicatie zijn de fictieve rendementen opgenomen die gelden voor 2021. Voor overige bezittingen is het fictieve rendement voor 2023 al wel vastgesteld op 6,17%.

Deze wijziging betekent dat de werkelijke samenstelling van het vermogen op 1 januari beslissend is. Het is, qua belastingdruk, voordeliger om dan spaartegoeden te hebben in plaats van overige bezittingen. Dat lokt fiscaal sturen van vermogen uit. Mensen zouden vlak vóór 1 januari overige bezittingen tijdelijk kunnen omzetten in banktegoeden, omdat vervolgens kort na de jaarwisseling weer terug te switchen. Ook zou er tijdelijk een schuld kunnen worden aangegaan en het geld daarvan op de bank te parkeren. Om dit tegen te gaan geldt een anti-misbruikregeling. Grofweg betekent deze regeling dat als iemand heen en weer switcht binnen 3 maanden (en daartussen ligt 1 januari),  de switch dan geacht wordt niet te hebben plaatsgevonden (tenzij zakelijke redenen kunnen worden aangetoond).

Overweeg de oprichting van een beleggings-bv/-fonds

Heeft u op dit moment veel laag renderende overige bezittingen in box 3, overweeg dan de oprichting van een beleggings-bv of een open fonds voor gemene rekening om daar vóór 31 december 2022 deze bezittingen in te storten. Zo mist u de peildatum van 1 januari 2023 in box 3. De bv of het fonds betaalt over de daadwerkelijk ontvangen spaarrente tot een bedrag van € 200.000 in 2023 19% vennootschapsbelasting en over het meerdere 25,8%. Als de ontvangen spaarrente na belasting wordt uitgekeerd naar privé, betaalt u hierover in 2023 26,9% belasting in box 2 van de inkomstenbelasting. Gecombineerd is dat zo’n 40,18% van het daadwerkelijk ontvangen rendement tot € 200.000. Dat is vaak minder dan de 1,97% belasting die u in 2023 over uw laag renderende bezittingen betaalt in box 3, alhoewel u er wel rekening mee moet houden dat de vrijstelling in box 3 in 2023 € 57.000 per persoon bedraagt.

Let op!
Met een bv zijn oprichtingskosten gemoeid en ook kosten voor instandhouding, bijvoorbeeld voor het jaarlijks (laten) maken van een jaarrekening. En om de laag renderende overige bezittingen na verloop van tijd belastingvrij naar privé te halen, is soms een gang naar de notaris nodig. Het is belangrijk bij de keuze voor de bv-variant deze kosten af te trekken van de jaarlijkse voordelen om te bepalen of het geheel voor u aantrekkelijk is.

Tip!
Een beleggings-bv of open fonds voor gemene rekening zorgt er ook voor dat de laag renderende overige bezittingen niet meer meetellen voor de vermogenstoets voor de toeslagen en de vermogenstoets voor de eigen bijdrage bij het verblijf in een verzorgingsinstelling.

Beoordeel de hoogte van uw winst

Aan het eind van het jaar heeft u meer duidelijkheid over uw winstpositie. Beoordeel of uw winst in lijn ligt met de verwachtingen. Wellicht komt u in de inkomstenbelasting net in het hoogste tarief. Het kan dan aantrekkelijk zijn om uw winst te verlagen door bijvoorbeeld kosten of een geplande investering naar voren te halen. Houd hierbij wel rekening met de invloed die dit heeft op uw totale kleinschaligheidsinvesteringsaftrek.

Let hierbij ook op de invloed van inkomensafhankelijke heffingskortingen op de te betalen belasting. Laat het effect berekenen door uw adviseur.

Tip!
Wijkt uw winst af van de verwachtingen, vraag dan op tijd een nieuwe voorlopige aanslag aan. Hiermee voorkomt u de hoge belastingrente van 4% en u verlaagt uw vermogen in box 3. In box 3 levert dit overigens alleen een voordeel op als de onttrokken financiële middelen bestonden uit beleggingen. Bij een teruggave voorkomt u dat uw geld renteloos uitstaat bij de Belastingdienst.

Speel in op verkorting tariefschijf

De eerste schijf van de vennootschapsbelasting wordt in 2023 verkort. Het lage tarief van 15% geldt in 2022 voor de eerste € 395.000 winst, maar vanaf 2023 nog slechts voor de eerste € 200.000 winst. Bovendien wordt het lage tarief vanaf 2023 verhoogd naar 19%. Bij een winst van € 395.000 of meer scheelt dat meer dan € 29.000 aan vennootschapsbelasting tussen 2022 en 2023! Dit is een onderbelichte lastenverzwaring.

Valt de winst van uw bv dit jaar lager uit dan € 395.000, dan is het vaak voordelig om kosten van uw onderneming, indien mogelijk, zo veel mogelijk uit te stellen en opbrengsten, indien mogelijk, in de tijd naar voren te halen. Denk bijvoorbeeld aan de kostenegalisatiereserve, de herinvesteringsreserve, voorzieningen en aan vervroegd afschrijven. Op deze manier blijft uw winst wellicht dit jaar slechts belast tegen een tarief van 15% in plaats van 19% of 25,8%.

Jaar Tarief eerste schijf Lengte eerste schijf Tarief tweede schijf
2021 15% € 245.000 25%
2022 15% € 395.000 25,8%
2023 19% € 200.000 25,8%

Tip!
Wijkt de winst af van de verwachtingen, vraag dan op tijd een nieuwe voorlopige aanslag Vpb aan. Hiermee voorkomt u de betaling van belastingrente, terwijl u bij een teruggave voorkomt dat dit bedrag renteloos uitstaat bij de Belastingdienst. Houd er rekening mee dat de belastingrente voor de vennootschapsbelasting 8% bedraagt.

Houd uw fiscale eenheid vpb tegen het licht

Zijn uw bv’s op dit moment gevoegd in een fiscale eenheid voor de Vpb, houd deze dan eens tegen het licht. De fiscale eenheid betaalt vennootschapsbelasting over het geheel van winsten van de gevoegde bv’s. Gezien het verschil tussen het lage en het hoge tarief én het inkorten van de lengte van de eerste tariefschijf, wordt het verbreken van de fiscale eenheid interessanter. Het tariefverschil bedraagt in 2023 immers 6,8%-punt (19% respectievelijk 25,8%) en heeft vanaf 2023 betrekking op de eerste € 200.000 winst. Na verbreking van de fiscale eenheid kan elke bv voor zich het tariefsopstapje benutten en kunt u wellicht de verkorting van de eerste tariefschijf van € 395.000 naar € 200.000 deels compenseren.

Let op!
Let op dat het verbreken van een fiscale eenheid voor de vennootschapsbelasting niet met terugwerkende kracht kan plaatsvinden. Als verbreking per 2023 gewenst is, moet het verzoek hiertoe vóór 1 januari 2023 zijn ontvangen door de Belastingdienst.

Weeg alle voor- en nadelen van de fiscale eenheid voor de vennootschapsbelasting goed af voor u besluit tot verbreking over te gaan. Wees ook alert op mogelijke onbedoelde gevolgen bij verbreking. Zo dient u wellicht belasting te betalen over vermogensverschuivingen tussen de bv’s in de afgelopen zes jaar.

Voorkom belastingrente: verzoek om een voorlopige aanslag

Met betrekking tot uw aanslag vennootschapsbelasting 2022 rekent de Belastingdienst vanaf 1 juli 2023 een rente van 8%! Voorkom belastingrente over 2022 en controleer of uw voorlopige aanslag juist is. Is deze te laag, vraag dan zo snel mogelijk een nieuwe voorlopige aanslag aan, als de liquiditeitspositie dat toelaat. Zodra de omvang van de winst van uw bv op het einde van het jaar min of meer bekend is, is ook duidelijk of het verstandig is een nieuwe voorlopige aanslag aan te vragen.

Overigens wordt geen belastingrente in rekening gebracht als de aangifte vennootschapsbelasting wordt ingediend voor de eerste dag van de zesde maand na het tijdvak waarover de belasting wordt geheven (doorgaans 1 juni) en de belastingaanslag wordt vastgesteld overeenkomstig de ingediende aangifte.

Tip!
Wijkt de winst af van de verwachtingen, vraag dan op tijd een nieuwe voorlopige aanslag Vpb aan. Hiermee voorkomt u de belastingrente van 8% of, bij een teruggave, voorkomt u dat dit bedrag renteloos uitstaat bij de Belastingdienst.

Vervallen voordelen bpm en mrb voor bestelauto’s van ondernemers

Btw-ondernemers die een bestelauto minstens 10% zakelijk gebruiken, hebben bij aanschaf van een bestelauto recht op vrijstelling van bpm. Dat scheelt fors qua investering. Ook hebben zij recht op het lage tarief van de motorrijtuigenbelasting. Beide voordelen verdwijnen (deels) met ingang van 2025.

Vanaf 2025 zullen ondernemers dus ook bpm gaan betalen bij de aanschaf van bestelauto’s. Daarbij zal de grondslag – net zoals bij personenauto’s – afhankelijk zijn van de CO2-uitstoot.

Het verlaagde tarief in de motorrijtuigenbelasting wordt opgehoogd. De verhoging bedraagt 15% in 2025 en een verdere verhoging van 6,96% in 2026.

Tip!
Voor veel ondernemers is de aanschaf van een bestelauto een grote uitgave. In de financiële planning kan het daarom raadzaam zijn de aanschaf niet in 2025 of later te doen, maar naar voren te halen en in 2024 te plannen. Door daar nu al rekening mee te houden, blijft een onderneming flexibel daarin.

Indien u vragen hebt inzake bovenstaande tips, kunt u te allen tijde contact met ons opnemen.

Contact

  • Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.