Klantlogin
Hier vindt u de login mogelijkheden van onze portals en online services. Selecteer de gewenste dienst en log in met uw persoonlijke inlogcode.
Heeft u nog geen inloggegevens?
Neemt u dan contact met ons op.
Hier vindt u de login mogelijkheden van onze portals en online services. Selecteer de gewenste dienst en log in met uw persoonlijke inlogcode.
Heeft u nog geen inloggegevens?
Neemt u dan contact met ons op.
De Hoge Raad heeft op 24 december 2021 geoordeeld over de toelaatbaarheid van het forfaitaire systeem van belastingheffing in box 3. Het gaat om het volgende.
Belastingplichtigen met vermogen in box 3 worden belast op basis van een fictief rendement over het saldo van bezittingen en schulden. Tot en met 2016 werd een fictief rendement van 4% verondersteld, ongeacht het werkelijke rendement. Vanaf 2017 zijn 3 fictieve percentages voor het rendement ingevoerd, variërend van 2,871% tot 5,39%, afhankelijk van de omvang van het vermogen.
Gezien de sterk gedaalde spaarrente kan dit bij belastingplichtigen met forse spaartegoeden en geen andere bezittingen in box 3 leiden tot het interen op het vermogen doordat de belastingdruk op basis van een fictief rendement hoger is dan hun werkelijke rendement.
De Hoge Raad oordeelde al eerder voor oudere jaren dat het destijds door de wetgever veronderstelde rendement van 4% op stelselniveau niet meer haalbaar was zonder dat belastingplichtigen daar (veel) risico voor hoeven te nemen. De Hoge Raad greep echter niet in en liet de aanslagen in stand zodat de belastingheffing in box 3 in stand bleef.
De Hoge Raad heeft nu beslist dat in bepaalde gevallen wel aanslagen verminderd moeten worden ondanks dat dit mogelijk uitvoeringsproblemen geeft. In het berechte geval was het werkelijke rendement € 6.612 (2017) en € 3.528 (2018) terwijl de belastingheffing in box 3 € 12.705 (2017) en € 11.969 (2018) bedroeg. De vermindering voor beide jaren bedraagt ongeveer € 8.000 per jaar. De Hoge Raad besliste dat over het werkelijke rendement belasting moet worden geheven.
Omdat nog niet duidelijk is hoe de Belastingdienst hiermee om zal gaan, zullen wij de ontwikkelingen volgen en u informeren zodra er nieuws is. De onzekerheden betreffen de vraag wie gecompenseerd gaan worden, alleen belastingplichtigen die bezwaar hebben gemaakt tegen de jaren 2017 en 2018 (inclusief degenen die nog geen definitieve aanslag hebben over 2017 en/of 2018), of alle belastingplichtigen in deze situatie. Tevens bestaat de kans dat een praktische rekenmethode volgt om de compensatie te berekenen.
Voor belastingplichtigen die hoog renderend vermogen hebben of hun laag renderende beleggingen ingebracht hebben in een bv heeft dit arrest geen gevolgen.