Actueel

De Belastingdienst heeft onterecht bepaald dat er sprake was van een dienstbetrekking tussen een B.V. en een ingehuurde zeefdrukker met een eigen eenmanszaak, oordeelde het Gerechtshof Amsterdam onlangs. De ingehuurde zeefdrukker diende zich aan aanwijzingen te houden, maar door de grote vrijheid die hij hierbij genoot was er geen sprake van een dienstbetrekking.

Inrichten winkels

De BV hield zich in dit geval bezig met het inrichten van winkels en huurde, vanwege ziekte van een werknemer, regelmatig de zeefdrukker in. De Belastingdienst vond dat de man werknemer was in plaats van opdrachtnemer. Hierom legde de Belastingdienst een naheffingsaanslag loonheffingen op. De rechtbank ging hierin mee, maar het Hof besluit nu anders. Naar het oordeel van het Hof leidt de wijze waarop de B.V. en de ingehuurde zeefdrukker uitvoering hebben gegeven aan hun rechtsverhouding niet tot de conclusie dat er sprake is van een dienstbetrekking.

Vrijheid

De zeefdrukker had een belangrijke rol in de bedrijfsvoering van de B.V. en moest zich daarom aan bepaalde aanwijzingen houden. Toch maken enkele andere omstandigheden mee dat er geen sprake is van een dienstbetrekking. Van belang hierbij is dat de zeefdrukker:

• grote vrijheid had bij het uitvoeren van de zeefdrukwerkzaamheden;
• vrij was om een opdracht niet te accepteren (dit is ook gebeurd);
• (financiële) risico’s liep wanneer een opdracht niet naar behoren was uitgevoerd;
• vrij was om zich te laten vervangen.

Dat er geen sprake is geweest van daadwerkelijke vervanging maakt dit niet anders. Daarom vormt de overeenkomst tussen de B.V. en de ingehuurde zeefdrukker, naar het oordeel van het Hof, niet alleen naar vorm en inhoud geen arbeidsovereenkomst, maar leidt de wijze waarop de B.V. en de ingehuurde zeefdrukker daaraan uitvoering hebben gegeven ook tot deze conclusie. De conclusie is daarom dat de ingehuurde zeefdrukker zijn werkzaamheden niet in dienstbetrekking verrichtte en er geen sprake is van loon uit dienstbetrekking.