Klantlogin

Hier vindt u de login mogelijkheden van onze portals en online services. Selecteer de gewenste dienst en log in met uw persoonlijke inlogcode.

Heeft u nog geen inloggegevens?
Neemt u dan contact met ons op.

Neem contact op

Actueel

Nieuws | Geplaatst op 1 oktober 2021

Herintroductie werktijdverkorting per 1 oktober 2021

Aan bedrijven die te maken hebben met buitengewone omstandigheden waarvan de gevolgen zich vanaf 1 oktober plaatsvinden, kan als gevolg van het herleven van de beleidsregels werktijdverkorting 2004 een ontheffing van het verbod op werktijdverkorting voor kortdurende verminderde inzet van arbeidscapaciteit na 1 oktober worden verleend.

Het voornemen van de minister is de tijdelijke beëindiging van de Beleidsregels ontheffing verbod op werktijdverkorting 2004 (Stcrt. 2004, 199) ongedaan te maken, waardoor deze beleidsregels weer gaan gelden. De voorwaarden om voor werktijdverkorting (wtv) in aanmerking te komen, worden hierdoor gelijk aan de situatie voor corona.

Geen wtv i.v.m. corona

In de toelichting op de beleidsregel waarmee de wtv wordt heropend, wordt beschreven waarom geen ontheffing zal worden verleend voor corona-gerelateerde situaties. Gelet op de structurele aard van de fase waarin de pandemie zich bevindt, worden gevolgen van corona-gerelateerde maatregelen inmiddels geacht onderdeel te zijn van het normale ondernemingsrisico.

Verduidelijkingen

Daarnaast wordt van de gelegenheid gebruik gemaakt een aantal onderdelen van de beleidsregels uit 2004 nader te verduidelijken, om te voorkomen dat ondernemers aanvragen doen die vervolgens moeten worden afgewezen.

Ingezette bestuursdwang is geen reden is voor ontheffing. Een bedrijf komt bijvoorbeeld niet in aanmerking voor een ontheffing van het verbod op werktijdverkorting als een burgemeester op basis van de Opiumwet een pand sluit ter handhaving van de openbare orde.

De algemene leiding van een bedrijf komt niet in aanmerking voor werktijdverkorting. Deze algemene leiding wordt niet gezien als werknemer.

Werkgevers kunnen voor zelfstandigen die in opdracht werken voor de onderneming geen werktijdverkorting krijgen. Er is geen sprake van een ‘werktijd’ voor de werkgever, en ze staan (net als ander ingeleend personeel, zoals uitzendkrachten) niet direct ter beschikking van de inlenende werkgever.

Negatieve gevolgen van een wijziging van overheidsbeleid zijn geen reden voor toekenning van werktijdverkorting. Bijvoorbeeld negatieve gevolgen van quoteringsmaatregelen kunnen niet leiden tot een ontheffing.

De beleidsregel waarmee dit wordt gerealiseerd, is op 30 september in de Staatscourant gepubliceerd en treedt 1 oktober in werking.

Buitengewone omstandigheid

De ontheffing van het verbod op werktijdverkorting is bedoeld voor situaties waarbij sprake is van een
buitengewone omstandigheid die niet tot het normale ondernemingsrisico kan worden gerekend (calamiteit), die tot gevolg heeft dat er een kortdurende periode van werkvermindering is.

Marktomstandigheden – geen wtv

Tekorten aan chips of andere grondstoffen zijn doorgaans niet het gevolg van een buitengewone omstandigheid, maar van veranderende marktomstandigheden. Die marktomstandigheden ontstaan in de regel door een samenloop van een aantal ontwikkelingen, zoals een hoge(re) vraag of concurrerende bedrijven die een voorraad aanleggen. Het behoort tot het normale ondernemingsrisico daar op te anticiperen.

Directe relatie

Een buitengewone omstandigheid kan echter in specifieke situaties leiden tot een grondstoftekort, en een bedrijf kan in dat geval een verzoek indienen voor ontheffing van het verbod op  werktijdverkorting. De aanvragende partij zal dan moeten aantonen dat sprake is van een directe relatie tussen de buitengewone omstandigheid en de negatieve gevolgen van het tekort voor de aanvrager.

Indirecte gevolgen – geen wtv

Als een bepaalde omstandigheid pas op langere termijn tot werkvermindering leidt en/of slechts indirect gevolgen heeft, wordt geen werktijdverkorting verleend. Een voorbeeld hiervan zijn de terroristische aanslagen van 11 september 2001 in de Verenigde Staten. Deze hebben naast directe gevolgen, indirect en op wat langere termijn negatieve gevolgen gehad voor de economische ontwikkeling als zodanig, waarmee het bedrijfsleven werd geconfronteerd. Bedrijven die te maken hadden met de indirecte gevolgen kunnen geen aanspraak maken op ontheffing van het verbod op werktijdverkorting.

Geen geschikt instrument

De wtv is geen geschikt instrument voor de ondersteuning van door coronamaatregelen getroffen sectoren. Wtv maakt het werkgevers mogelijk werknemers na een calamiteit bij zich te houden, ook als er voor een kortdurende periode (veel) minder werk voor hen is.

Als de wtv ingericht zou worden om sectorgerichte coronasteun te verlenen, dan belemmert deze – in navolging van de NOW – dat mensen de overstap maken naar plekken waar zij hard nodig zijn. De steun aan sectoren die te maken hebben met overheidsmaatregelen met het oog op de bestrijding van corona, is daarom beter op een andere wijze dan via een aan de arbeidsduur gerelateerd instrument als de wtv vorm te geven, aldus Koolmees.

Overigens is hierbij ook relevant in beeld te houden dat de uitvoering van de wtv niet is toegerust op grote aantallen aanvragen – dat bleek ook in het begin van de coronacrisis. Zo wordt de werkloosheidsuitkering, waarop recht ontstaat bij werktijdverkorting, op dit moment handmatig verwerkt. Het is ook hierom van belang toe te werken naar een structureel andere invulling van de wtv.

Deeltijd-WW

De uitvoering van de motie Palland met betrekking tot de uitwerking van verschillende varianten van een deeltijd-WW ligt op schema. Voor de begrotingsbehandeling van SZW 2022 ontvangt de Tweede Kamer een brief ontvangen met daarin uitgewerkt een aantal varianten voor een structurele calamiteiten/crisisregeling. Daarin wordt ook aandacht besteed aan de afbakening van een dergelijke regeling.

Bron: Salaris Vanmorgen